Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Instantie:

Inhoudsindicatie:

Verdachte heeft zich bijna 7 jaar lang schuldig gemaakt aan seksueel misbruik, zoals bewezen is verklaard, van zijn dochter [slachtoffer]. Het misbruik begon toen [slachtoffer] 8 jaar oud was. De rechtbank rekent dit lange misbruik verdachte zwaar aan, te meer nu het zijn eigen kwetsbare dochter betrof, die nog erg jong was toen het misbruik begon. Verdachte heeft in zijn eigen huis, voor eigen gerief, de lichamelijke integriteit van een jong meisje op grove wijze geschonden. Verdachte heeft zich daarbij niet bekommerd om de gevolgen die zijn handelen voor [slachtoffer] heeft of in de toekomst nog kan hebben op seksueel of ander gebied.

Uitspraak



RECHTBANK ASSEN

Sector strafrecht

Parketnummer: 19.830292-09

vonnis van de Meervoudige kamer d.d. 09 april 2010 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:

[verdachte]

[geboortedatum] 1968 ,

[adres], thans verblijvende in het huis van bewaring te Ter Apel.

Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 26 maart 2010.

De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. L.A.A. Ongenae, advocaat te Tynaarlo.

Tenlastelegging

De verdachte is bij dagvaarding tenlastegelegd, dat

1.

hij op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks de

periode van 30 oktober 2002 tot en met 29 oktober 2006, te Meppel, althans in

de gemeente Meppel, met [slachtoffer], die toen de leeftijd van

twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handeling(en) heeft gepleegd,

die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het

lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte

- (telkens) zijn, verdachte's penis in de vagina en/of de mond van die [slachtoffer]

gedaan/gebracht en/of

- (telkens) een of meer van zijn, verdachte's vinger(s) in de vagina van die

[slachtoffer] gedaan/gebracht en/of in de vagina van die [slachtoffer] heen en weer

bewogen en/of

- (telkens) de borst(en) en/of de vagina/schaamstreek van die [slachtoffer]

betast/aangeraakt en/of

- (telkens) de vagina van die [slachtoffer] gelikt;

(art. 244 SR)

en/of

hij op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks de

periode van 30 oktober 2006 tot en met 1 augustus 2009, te Meppel, althans in

de gemeente Meppel, met [slachtoffer], die de leeftijd van twaalf

jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of

meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede

bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer],

hebbende verdachte

- (telkens) zijn, verdachte's penis in de vagina en/of de mond van die [slachtoffer]

gedaan/gebracht en/of

- (telkens) een of meer van zijn, verdachte's vinger(s) in de vagina van die

[slachtoffer] gedaan/gebracht en/of in de vagina van die [slachtoffer] heen en weer

bewogen en/of

- (telkens) de borst(en) en/of de vagina/schaamstreek van die [slachtoffer]

betast/aangeraakt en/of

- (telkens) de vagina van die [slachtoffer] gelikt en/of

- (telkens) zijn, verdachte's penis, door die [slachtoffer] heeft laten vastpakken/

betasten en/of die [slachtoffer] aan zijn, verdachte's penis heeft laten trekken;

(art. 245 Sr)

art 244 Wetboek van Strafrecht

2.

hij op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks de

periode van 30 oktober 2002 tot en met 1 augustus 2009, te Meppel, althans in

de gemeente Meppel (telkens) ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig kind

[slachtoffer], geboren op [datum] 1994, bestaande die ontucht

(telkens) hierin dat hij

- (telkens) zijn, verdachte's penis in de vagina en/of de mond van die [slachtoffer]

heeft gedaan/gebracht en/of

- (telkens) een of meer van zijn, verdachte's vinger(s) in de vagina van die

[slachtoffer] heeft gedaan/gebracht en/of in de vagina van die [slachtoffer] heen en weer

heeft bewogen en/of

- (telkens) de borst(en) en/of de vagina/schaamstreek van die [slachtoffer] heeft

betast/aangeraakt en/of

- (telkens) de vagina van die [slachtoffer] heeft gelikt en/of

- (telkens) zijn, verdachte's penis, door die [slachtoffer] heeft laten vastpakken/

betasten en/of die [slachtoffer] aan zijn, verdachte's penis heeft laten trekken;

art 249 lid 1 Wetboek van Strafrecht

Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging.

De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

De eis van de officier van justitie

De officier van justitie mr. G. Wilbrink acht hetgeen sub 1 en 2 is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen en vordert dat de rechtbank als volgt zal beslissen:

? Een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, waarvan 10 maanden

voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren en als bijzondere voorwaarde

reclasseringstoezicht, hetgeen mede inhoudt begeleiding door de RIBW en ambulante

behandeling in Hoeve Boschoord.

Bewijsconstructie

Op 01 oktober 2009 doet [slachtoffer], geboren op 30 oktober 1994, tijdens een informatief gesprek melding van seksueel misbruik door haar vader [verdachte]. Het gebeurde bij hem thuis in Meppel. Het begon toen ze 8 jaar oud was. Hij heeft haar aan haar vagina gelikt en zij moest hem aan zijn piemel likken. Ook heeft hij haar geneukt, voor het eerst toen zij 11 jaar oud was. Na deze keer gebeurde het ongeveer één keer per twee weken dat zij door haar vader werd misbruikt. Zij moest ook zijn piemel in de mond nemen. Ongeveer zes maanden geleden is het gestopt.

Aangeefster [slachtoffer] verklaart dat haar vader haar vagina likte en met zijn vinger in haar vagina ging. Zij moest zijn piemel in haar mond doen. Het gebeurde op bed. Hij ging toen ze 11 jaar was met zijn piemel in haar vagina. Aangeefster verklaart dat ze hem moest hem pijpen. Hij heeft aan haar vagina gelikt. Het gebeurde diverse keren in de douche. Zij heeft het aan [getuige 1] en [getuige 2] verteld.

Getuige [getuige 2] verklaart dat [slachtoffer] ja-knikte toen [getuige 1] vroeg of [verdachte] aan haar had gezeten. [getuige 1] heeft [verdachte] opgebeld. Hij wist gelijk waar ze het over had. Getuige is naar [verdachte] toegegaan. Hij zei dat hij aan de borsten van zijn dochter had gezeten. Hij zei had hij met haar seksuele handelingen had gepleegd. [getuige 2] vroeg hem hoe hij een meisje van 14 jaar kon verkrachten en nog wel zijn eigen dochter. Verdachte antwoordde daarop dat hij het niet wist.

Getuige [getuige 1] verklaart dat [slachtoffer] had opgeschreven dat haar vader [verdachte] aan haar borsten zat. Tevens vertelde zij dat hij haar had geneukt.

Getuige [getuige 3] verklaart dat hij [verdachte], de vader van [slachtoffer], heeft gebeld. [verdachte] zei dat hij [slachtoffer] had misbruikt bij hem in bed en onder de douche vanaf haar 8e jaar tot vorig jaar.

Getuige [getuige 4] verklaart dat [verdachte] tegen hem heeft verklaard dat hij aan zijn dochter had gezeten. [slachtoffer] zou op de vraag van [verdachte] of zij hem wilde aftrekken hebben gezegd dat zij dat goed vond als hij haar dan ging vingeren.

Getuige [getuige 5] verklaart dat [verdachte] haar meermalen had verteld dat hij [slachtoffer] heeft gevingerd.

Verdachte verklaart dat hij zijn dochter [slachtoffer] seksueel thuis heeft misbruikt. Zij heeft hem afgetrokken. Het is in de douche gebeurd en in de slaapkamer. Verdachte heeft haar borsten en vagina gestreeld.

Verdachte verklaart dat hij zijn dochter [slachtoffer] thuis te Meppel heeft gestreeld over haar borsten, vagina en lichaam.

Bijzondere bewijsoverwegingen

De rechtbank acht -anders dan door verdachte is verklaard en door zijn raadsman is bepleit- op grond van voormelde bewijsmiddelen ook bewezen dat verdachte zijn dochter seksueel heeft misbruikt toen zij de leeftijd van 12 jaren nog niet had bereikt en dat dit misbruik ook bestond uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer], zoals zij dat zelf bij de politie heeft verklaard.

De rechtbank overweegt hierbij dat [slachtoffer] zowel tijdens het informatieve gesprek met de politie als tijdens haar aangifte consistente verklaringen heeft afgelegd. Deze verklaringen komen op een belangrijk punt overeen met hetgeen zij tegen getuige [getuige 1] heeft verklaard, namelijk dat verdachte haar had geneukt. Tevens heeft verdachte tegen de getuige [getuige 3] verteld dat hij [slachtoffer] al sinds haar 8e jaar had misbruikt en hij heeft tegen getuige [getuige 5] meermalen verteld dat hij [slachtoffer] had gevingerd. De verklaringen komen overeen met de verklaringen van [slachtoffer] en stroken niet met de verklaring van verdachte ten aanzien van de periode en de wijze van misbruik (binnendringen). De rechtbank acht de verklaringen van aangeefster authentiek en betrouwbaar en gaat uit van hetgeen zij over het misbruik heeft verklaard.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht wettig bewezen en zij heeft de overtuiging verkregen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

1.

hij op verschillende tijdstippen, in de periode van 30 oktober 2002 tot en met 29 oktober 2006, te Meppel, met [slachtoffer], die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte

- zijn, verdachte's penis in de vagina en de mond van die [slachtoffer] gebracht en

- zijn, verdachte's vingers in de vagina van die [slachtoffer] gebracht en

- de borsten en de vagina van die [slachtoffer] betast en

- de vagina van die [slachtoffer] gelikt;

en

hij op verschillende tijdstippen, in de periode van 30 oktober 2006 tot en met 1 augustus 2009, te Meppel, met [slachtoffer], die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer],

hebbende verdachte

- zijn, verdachte's penis in de vagina en de mond van die [slachtoffer] gebracht en

- zijn, verdachte's vingers in de vagina van die [slachtoffer] gebracht en

- de borsten en de vagina van die [slachtoffer] betast en

- de vagina van die [slachtoffer] gelikt en

- zijn, verdachte's penis, door die [slachtoffer] laten vastpakken en die [slachtoffer] aan zijn, verdachte's penis laten trekken;

2.

hij op verschillende tijdstippen, in de periode van 30 oktober 2002 tot en met 1 augustus 2009, te Meppel, de gemeente Meppel ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig kind

[slachtoffer], geboren op [datum] 1994, bestaande die ontucht

hierin dat hij

- zijn, verdachte's penis in de vagina en de mond van die [slachtoffer] heeft gebracht en

- zijn, verdachte's vingers in de vagina van die [slachtoffer] heeft gebracht en

- de borsten en de vagina van die [slachtoffer] heeft betast en

- de vagina van die [slachtoffer] heeft gelikt en

- zijn, verdachte's penis, door die [slachtoffer] heeft laten vastpakken en die [slachtoffer] aan zijn, verdachte's penis heeft laten trekken.

De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden zijn redengevend voor de bewezenverklaring. Elk bewijsmiddel is slechts gebruikt voor het bewijs van het feit, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.

De verdachte zal van het onder 1 en 2 meer of anders tenlastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Kwalificaties

Het bewezen verklaarde levert met toepassing van artikel 55, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht respectievelijk op:

onder 1:

met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren, handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd,

telkens strafbaar gesteld bij artikel 244 van het Wetboek van Strafrecht;

en

met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd,

telkens strafbaar gesteld bij artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht;

onder 2: Met zijn minderjarig kind ontucht plegen, meermalen gepleegd,

telkens strafbaar gesteld bij artikel 249 van het Wetboek van Strafrecht.

Strafbaarheid

De rechtbank heeft kennis genomen van een forensisch psychologisch rapport d.d. 16 maart 2010, opgemaakt door drs. M. Verzendaal, GZ-psycholoog.

Dit rapport houdt onder meer in als conclusie, dat verdachte ten aanzien van de feiten sterk verminderd toerekeningsvatbaar is.

De rechtbank verenigt zich, mede gelet op de toedracht van de feiten en de persoon van de verdachte, met voormelde conclusie en maakt die tot de hare.

De rechtbank is derhalve van oordeel, dat het hiervoor bewezen verklaarde aan de verdachte kan worden toegerekend, zij het in sterk verminderde mate.

Strafmotivering

De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden straf in aanmerking, de aard, de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan, hetgeen de rechtbank uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken omtrent de persoon van de verdachte en de inhoud van het de verdachte betreffende uittreksel uit het algemeen documentatieregister d.d. 11 maart 2010, waaruit blijkt dat de verdachte eerder ter zake van misdrijven is veroordeeld.

Verdachte heeft zich bijna 7 jaar lang schuldig gemaakt aan seksueel misbruik, zoals bewezen is verklaard, van zijn dochter [slachtoffer]. Het misbruik begon toen [slachtoffer] 8 jaar oud was. De rechtbank rekent dit lange misbruik verdachte zwaar aan, te meer nu het zijn eigen kwetsbare dochter betrof, die nog erg jong was toen het misbruik begon. Verdachte heeft in zijn eigen huis, voor eigen gerief, de lichamelijke integriteit van een jong meisje op grove wijze geschonden. Verdachte heeft zich daarbij niet bekommerd om de gevolgen die zijn handelen voor [slachtoffer] heeft of in de toekomst nog kan hebben op seksueel of ander gebied.

De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte 30 maanden gevangenisstraf, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren en als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht, hetgeen mede inhoudt begeleiding door de RIBW en ambulante behandeling in Hoeve Boschoord zal worden opgelegd.

De raadsman van verdachte heeft gepleit voor een gevangenisstraf van 8 maanden waarvan een gedeelte van 4 maanden voorwaardelijk met dezelfde bijzondere voorwaarde als door de officier van justitie is geformuleerd. Hij komt tot een lagere straf, nu volgens hem alleen feit 2 kan worden bewezen.

De rechtbank is van oordeel dat een deels voorwaardelijke gevangenisstraf met de bijzondere voorwaarde zoals door de officier van justitie is geëist in beginsel gerechtvaardigd is, maar zij zal de duur van het onvoorwaardelijk deel van de gevangenisstraf beperken, gelet op de sterk verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte zoals blijkt uit eerder aangehaald psychologisch rapport.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft mede gelet op de artikelen 10, 14 a, 14b, 14c, 14d, 27, 55 en 57 van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing van de rechtbank

De rechtbank verklaart bewezen dat het onder 1 en 2 tenlastegelegde, zoals hierboven is omschreven, door de verdachte is begaan, stelt vast dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven is vermeld en verklaart de verdachte deswege strafbaar.

De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 en 2 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.

De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, waarvan een gedeelte groot 10 maanden, voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren.

De rechtbank beveelt, dat de voorwaardelijk opgelegde straf niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, of gedurende die proeftijd de hierna te vermelden bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.

De rechtbank stelt als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door of namens de Stichting Reclassering Nederland, hetgeen mede inhoudt dat de verdachte zich laat begeleiden door de RIBW en ambulant laat behanden door Hoeve Boschoord, met opdracht aan de reclasseringsinstelling ingevolge art.14d van het Wetboek van Strafrecht.

De rechtbank beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.

Dit vonnis is gewezen door mr. H.H.A. Fransen, voorzitter en mr. J.M.M. van Woensel en mr. H.R. Bracht, rechters in tegenwoordigheid van J. Hoogeveen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 09 april 2010.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature